Horst

info

Tranchot  Müffling  Haus t' Horst
Tranchot Müffling Haus t' Horst Quelle Wikipedia Bureau topographique de la carte des quatre Départements réunis de la rive gauche du Rhin 1801, 1815-1815 Diese Bild- oder Mediendatei ist gemeinfrei

Horst(Noord-Limburgs: Hôrs) is de belangrijkste plaats van de gemeente Horst aan de Maas, in de Nederlandse provincie Limburg. In 2001 werd de tot dan toe zelfstandige gemeente samengevoegd met de gemeenten Broekhuizen en Grubbenvorst tot de nieuwe gemeente Horst aan de Maas. Horst heeft internationaal naam gemaakt door de bloeiende champignonteelt. In Horst wordt ongeveer de helft van de hele productie in Nederland aan champignons geproduceerd.
Horst telt anno 2007 ongeveer 12.000 inwoners en is gelegen aan de A73. Ook heeft Horst een NS-station: Station Horst-Sevenum. Er is een lijst van burgemeesters beschikbaar. In Horst wordt het Horster dialect veelvuldig gesproken.

uit http://www.horstaandemaas.nl/
In het hart van Noord-Limburg ligt Horst aan de Maas, een plattelandsgemeente met ruim 41.000 inwoners en qua oppervlakte de grootste gemeente van Limburg! Een mooie, groene gemeente met veel ambitities op het gebied van moderne landbouw, tuinbouw en toerisme en een gewaardeerd ondernemersbeleid. Maar bovenal een fijne plek om te wonen.

Niet voor niets uitverkozen tot Beste Limburgse Woongemeente 2011! Jaarlijks bezoeken duizenden toeristen Horst aan de Maas. Verbondenheid en samenwerking zijn de belangrijkste kenmerken van de gemeentelijke organisatie, maar ook van de gemeenschap; inwoners, ondernemers en de vele verenigingen. Samen máken we Horst aan de Maas.

Eindrucksvoller Rest einer bedeutenden Festung. Auch das angrenzenden Waldgebiet ist einen Besuch wert. Mehr zur Geschichte unter Kastelle Limburg



Ter Horst

Beschreibung

Huys ter Horst

aus http://nl.wikipedia.org/wiki/Kasteel_Huys_ter_Horst_%28Horst%29



De kasteelruïne

Het Huys ter Horst is een kasteelruïne in de gemeente Horst aan de Maas.

De eerste vermelding van een Florken van der Horst in het leenaktenboek van de Graven van Gelder is uit 1326 en hij is misschien de stichter van het kasteel. Dit ook gezien de resultaten van de opgravingen, die wijzen op omstreeks 1300 als de vroegste stichtingsdatum. De heerlijke rechten van het dorp Horst (in die tijd Berkele geheten) had hij niet, die behoorden toe aan de heren van Meerlo.

De heer Johan van Meerlo (ook geheten van Mirlaer) kocht omstreeks 1360 het kasteel en na zijn dood werd het gesplitst. De ene helft kwam in handen van de Hertog van Gelre en de andere helft in die van Johan van Broeckhuysen. Omstreeks 1400 ging de Hertog het kasteel als dienstwoning gebruiken voor zijn Ambtman in het ambt Kessel. In principe waren er dus twee heren, maar in de praktijk was het er vaak één aangezien de hertog zijn deel verpachtte aan de andere.


In 1514 kocht de hertog de andere helft van de Heren van Meerlo en kwam aan de tweeherigheid een eind. Aangezien de lucratieve functie van ambtman ook nog doorverkocht kon worden, waren na de Van Broeckhuysens en twee andere personen, Johan van Wittenhorst en zijn nazaten de bewoners van ter Horst. Johan baron van Wittenhorst, heer van Sonsveld, Drongelen en Oyen was getrouwd met Adriana van Beieren-Schagen. Willem Vincent van Wittenhorst, de zoon van Johan en Adriana liet het middeleeuwse kasteel eind 1600 geheel verbouwen naar de moderne smaak. Hij kocht ook de heerlijke rechten van de Koning van Spanje, tevens Hertog van Gelre. Het kasteel vererfde vervolgens naar de familie von Fürstenberg in 1738.


Onder de zonderlinge Frans Clemens van Fürstenberg verviel het kasteel en werd het onbewoonbaar. Hijzelf trok in bij een van zijn pachters en overleed daar in 1827. In 1842 werd de bouwval gesloopt, wat enige jaren duurde. Via zijn dochter was het restant vererfd naar graaf Otto von Westerholt, die dit verkreeg uit de erfdeling in 1860. Na de Tweede Wereldoorlog werd het als vijandelijk Duits vermogen onteigend en in 1950 aan Staatsbosbeheer overgedragen. Via ruiling kwam het in 1961 in handen van de gemeente Horst, die het restant van het kasteel in 2003 liet herstellen en toegankelijk maakte (met een uitzichttoren). Tussen 1969 en 1976 werden er bij de ruïne opgravingen verricht.

Das erste Zeugniss von een Florken van der Horst im Lehnbuch des Grafen von Geldern datiert aus 1326 und wahrscheinlich ist er auch der Stifter. Dies folgert man auch aus den Ausgrabungen die auf 1300 als früestes Gründungsdatum weisen. Die Rechte am Dorf Horst, damals Berkele geheißen, hatee er nicht, die gehörten dem Herrn von Meerlo.

Der Herr von Meerlo (auch Mirlaer genannt), kaufte ungefähr 1360 das Schloss, das nach seinem Tode aufgeteilt wurde, die eine Hälfte ging an den Grafen von Geldern, die andere an Johan von Broekhuysen. Ungefähr um 1400 benutzte der Herzog das Haus als Dienstwohnung für den Amtmann des Amtes Kessel. Im Prinzip waren es zwei Herren, aber es war Praxis, das der Herzog seinen an andere verpachtete.

1514 kaufte der Herzog die andere Hälfte vom Heerrn von Meerlo und setzte somit der zwei Herrigkeit ein Ende. Angesichts der Tatsache, das die lukrative Funktion des Amtmannes weiterverkauft werden konnte waren nach van Broeckhuysen und 2 andere Personen, Johan vaan Wittenhorst und seine Nachfahren die Bewohner von ter Horst. Johan, Baron von Wittenhorst, Herr von Sonsfeld, Drongelen und Oyen war mit Adriana von Beieren_Schagen verheiratet. Willem Vincent van Wittenhorst, der Sohn von Johan und Adriana ließ das Schloß 1600 nach neuem Stil umbauen. Er kaufte die Rechte an der Herrlichkeit(Horst) vom König von Spanien auch die des Herzog von Geldern. 1738 wurde das Schloss an die Familie von Fürstenberg vererbt.

Unter dem Sonderling Frans Clemens von Fürstenberg verfiel das Schloss und wurde unbewohnbar. Er selbst bei einem seiner Pächter ein, wo er 1827 verstarb. 1842 wurde die Ruine abgerissen, was einige Jahre beanspruchte. Über seine Tochter wurde der Rest an den Grafen von Westerholt vererbst, der es 1860 aus einem Erbe bekam. Nach dem 2. Weltkrieg wurde es als feindliches deutsches Vermögen enteignet und 1950 an Staatsbosheer übergeben. Über Austausch kam es 1961 zur Gemeinde Horst, die die Reste des Schlosses 2003 wieder zugänglich machte. (mit einem Aussichtsturm) Zwischen 1969 und 1976 wurden bei der Ruine Ausgabungen durchgeführt