Gennep

Het Genneperhuis was een burcht en versterkte vesting aan de monding van de Niers in de Maas op een steenworp afstand van het stadje Gennep. Tot 2009 was er zelfs nauwelijks nog sprake van een ruïne, slechts de kroonwerken en verhogingen in het landschap geven nog een impressie van de omvang. Het gebied heeft de status van beschermd monument.

Das Gennep Haus war eine Burg oder verstärkte Festung an der Mündung von der Niers in die Maas, einen Steinwurf von der Stadt Gennep entfernt. Bis 2009 war es eine Ruine, Mauerreste und ERhöhungen geben noch einen Eindruck der einstigen Größe. Das Gebiet hat jetzt den Status eines geschützten Denkmals.

Waarschijnlijk is de basis van de burcht een Romeinse fortificatie. Dit vermoeden wordt bevestigd door de gunstige ligging; de twee rivieren en een doorwaadbare plaats in de Niers, waar zowel een weg zuid-noord als oost-west elkaar kruisten. Anderzijds heeft de ligging bijgedragen tot het verval, omdat het bouwwerk slecht te wapenen was tegen het winterse hoogwater en vooral de daaropvolgende ijsgang.[1]

Lange tijd bood het kasteel thuis aan de zogenoemde Heren van Gennep. Zo werd ook de H. Norbertus rond 1080 uit deze adellijke familie geboren, maar ook Jutta van Gennep, de eerste abdis van het klooster Grevendaal bij Asperden, en Willem van Gennep, de aartsbisschop van Keulen (1349-1362) kwamen uit het Gennepse geslacht van het kasteel voort. De Heren van Gennep stierven uit en na een kort heerschap van de Hertogen van Gelre begon vanaf de 14de eeuw de invloed van Kleef sterker te worden. In 1442 werd het uiteindelijk verkocht aan de Hertog van Kleef.

Tijdens de Nederlandse Opstand kent het Genneperhuis verschillende bezetters; eerst de Staatsen, waarna de Spanjaarden het veroveren in 1599, waarop het in 1602 weer door de Staatsen heroverd wordt. In 1635 nemen de Spanjaarden het weer over en versterken het weer, maar in 1641 wordt na het Beleg van Gennep door stadhouder Frederik Hendrik de burcht weer verlaten. Bij de Vrede van Münster en Osnabrück worden het Genneperhuis én de stad Gennep aan Brandenburg, feitelijk het Kleefse, toegewezen.

Vervolgens komen de Franse troepen nog tweemaal; zowel in 1672 als tijdens de Spaanse Successieoorlog nemen ze bezit van het kasteel. De laatste bezetting betekent ook het einde. In 1710 verwoesten de Fransen de burcht. Het vrijgekomen steen gebruikt men voor huizenbouw in de stad Gennep en ter versterking van de Maasoevers.

Restauratie

In 2009 werd een aanvang gemaakt met een gedeeltelijke reconstructie rondom de kasteelruïne en worden kroonwerken en grachten weer zichtbaar gemaakt. Tevens werden ter hoogte van de Bloemenstraat proefsleuven gegraven om inzicht te verschaffen naar archeologische bijzonderheden. De werkzaamheden moeten in 2010 zijn afgerond en een toeristische trekpleister worden.

Aus Wikipedia


aus XXX Seite 617 ff

Am 24.Juni 1424 verpfändete Johann von Loon, Herr zu Heinsberg und Löwenberg, Burg Stadt und Herrlichkeit zu Gennep für die auch für damalige Verhältnissse immense Summe von 10400 alten Schilde an Herzog Adolph von Kleve. Da das Pfand nicht eingelöst wurde, gehörte Gennep zu Kleve
Gennep ist die einzigste Burg neben Schloss Rheydt, das während des 80 jährigen Krieges zur Festung ausgebaut wurde. Sie wechselte in dieser Zeit mehrfach den Besitzer und wurde jeweils wieder Instand gesetzt and ausgebaut, bis sie zuletzt 1794 von den Franzosen besetzt wurde.

Wahrscheinlich ist die Basis der Burg eine römische Befestigung. Diese Vermutung wird durch die günstige Lage bestätitgt, zwei Flüsse und eine Furt durch die Niers, wo sich sowahl eine Süd-Nord, als auch eine Ost-West Strasse kreuzten. Andererseits hat dies Lage auch zu ihrem Verfall beigetragen, weil das Bauwerk schlecht gegen Winterhochwasser und den darauffolgenden Eisgang zu schützen ist.



Lange Zeit gehörte das Haus den sogenannten Herrn von Gennep. So wurde auch derHl. Norbertus um 1080 in dieser adligen Familie geboren, aber auch Jutta van Gennep, die erste Äbtissin des Klosters Grevendaal bei Asperden, sowie Willem van Gennep, Erzbischof von Köln (1349-1362) kamen aus dem Genneper Geschlecht dieser Burg. Die Herrn von Gennep starben aus und nach kurzer Herrschaft des Herzogs von Geldern begann ab dem 14. Jhd der Einfluss der Klever stärker zu werden. 1442 wurde sie schließlich an den Herzog von Kleve verkauft.

Mehr zu Willem van Gennep siehe hier

Während des niederländischen Aufstandes (80.zig jähriger Krieg) sind viele Besatzungen des Genneperhaus bekannt, Erst die Aufständischen (Generalstaaten), dann eroberten die Spanier 1599 die Burg, worauf 1602 die Aufständischen sie wieder zurückeroberten. 1635 übernehmen die Spanier sie wieder und verstärken die Befestigungen aber schon 1635 verließen sie die Burg, nachdem Fredrik Henrik Gennep belagert hatte. Im Frieden von Münster und Osnabrück (Ende 30.zig jähriger Krieg) gingen Genneperhaus und Gennep an Brandenburg, Kleve.



Danach nahmen französische Truppen die Burg noch 2 mal ein, sowohl 1672 als auch während des spanischen Erbfolgekrieges. Die letzte Besetzung bedeutete auch das Ende der Burg. 1710 verwüsteten die Franzosen die Burg. Die verfügbaren Steine benutzte man zum Häuserbau in Gennep und zur Verstärkung des Maasüfers