Urmond

info

Urmond (Limburgs: Uermend of Werment) is een dorpje in de Nederlandse gemeente Stein, gelegen in de provincie Limburg. Het dorp telt ongeveer 3500 inwoners. Een deel van het zogenaamde Oud-Urmond is beschermd dorpsgezicht.

Wie die Geschcihte zeigt, gehörte Urmod sowohl zum Kurfürstentum Köln, als auch zu Jülich. Hallo, liebe Mituntertanen.

Kapelstraat Graetheidelaan

Mariakapelle. Gebaut zwischen 1751 und 1755 außerhalb der Umwallung von Urmond. Zwischen 1760 und 1770 wurden an dieser Kapelle durch die Ziegenreiter (Bokkenrijder) Versammlungen abgehalten. In den Nischen um die Kapelle sind die 7 Schmerzen Marias abgebildet . Die Übersetzung "Ziegenreiter" ist wortwörtlich. In der Volkslegende sind es Geister, die Nachts auf Ziegenböcke übers Land reiten - kurzum war es eine Räuberbande, die im 18 Jhd die Gegend unsicher machte. Es ist eine regionale Sage der Overmaas. Zu diesem Thema siehe in Wiki

zur Kapelle

Topografie
- De kapel werd tussen 1751 en 1755 gebouwd, buiten de gemeentewallen. Beschrijving Voorlopige Monumentenlijst (1928): '... open achthoekig bedehuisje (XVIII ?) van baksteen; flauw kloosterkoepelgewelf, nieuw dak met versmalde spits. Uitwendig in de zijvlakken zeven nisjes (voorheen met voorstellingen van de Zeven Smarten); vooraan twee pijlers met resten van een portaaldak. Inmiddels zijn weer voorstelingen in de nissen aangebracht.
- In de nacht van 17 op 18 april 1804 werden diverse kostbare stukken uit de kapel geroofd.

Cultusobject
- Het eeuwenoude Mariabeeld werd in 1976 gestolen. Sinds ? staat er een vervangend Mariabeeld.

Verering
- De kapel ontleent haar bijnaam aan de zogenaamde Bokkenrijders, een bende die aan het eind van de 18e eeuw actief was. Volgens een legende stond de hoofdman aan het altaar van voornoemde kapel, een bendelid naast hem met een boek. Aan het voet van het altaar lag het Mariabeeld. Een nieuw bendelid kwam de kapel binnen. Hij moest met zijn rechtervoet staande op het Mariabeeld God en zijn Heiligen afzweren, trouw en absolute geheimhouding beloven aan de bende, en zweren zich als een voorbeeldig Christen te gedragen om geen argwaan te wekken. Na de eedsaflegging werd brandewijn gedronken en moest het nieuwe bendelid het beeld bespuwen. Het nieuwe lid kon dit niet over zijn hart verkrijgen en liep hard weg. Door de hulp van Maria werd hij later niet herkend door de hoofdman toen hij hem weer ontmoette.
- Over de verering is niet veel bekend. Als Mariaplaats werd de kapel vooral in de mei- en oktobermaand veel bezocht. Tot in de jaren vijftig trokken buurtgenoten van ernstig zieken uit het dorp groepsgewijs naar de kapel gedurende negen aaneengesloten dagen om voor de zieken te bidden. Nog steeds komen mensen bij ziekten bidden in de kapel, maar het bidden verplaatst zich steeds meer naar de Sint Antonius van Paduakerk verderop in de straat.

Bronnen
B
G. Lemmens, Maria in Limburg (Maastricht: Veldeke, 1947) p. 92-94; J.A. Knoors, ‘Grote en kleine monumenten in Berg en Urmond’, in: A.H. Simonis e.a., Overmunthe; uit het rijke verleden van Berg en Urmond (Urmond 1978) p. 223-224; A. Munsters, "De Mariakapel van Urmond", in: De Limburger, 4 mei 1940.
C PJMI BiN-dossier Urmond; mondelinge informatie van mevrouw Lankhuisen te Urmond in 1998.
Willemijn van den Bosch

Die Kapelle wurde zwischen 1751 und 1755 erbaut, ausßerhalb der Schutzwälle der Gemeinde. Die sieben Nischen des Baues sollen die sieben Schmerzen Matriens darstellen. 1804 wurden diverse kostbare Stücke aus der Kapelle entwendet, 1976 das jahrhunderte alte Marienbild.
Die Kapelle erhilt ihren Beinamen durch die sog. Bokkenrijder (frei übersetzt Bock oder Ziegenreiter), einer Bande die Ende des 18 Jhd aktiv war. Wie eine Legende erzählt, stand der Anführer an dem Altar der Kapelle, ein Bandenmitglied nebem ihm mit Buch. Am Fuße des Altars lag das Marienbild. Ein neues Bandenmitglied kam herein und mußte sich davorstellen und auf das Marienbild Gott und den Heiligen abschwören., Treue und absolute Geheimhaltung der Bande schwören. Er schwörte , sich als vorbildlicher Christ zu betragen um keinen Argwohn zu erwecken. Nachd er Vereidigung wurde Brandwein getrunken und der Neue mußte auf das Bild spucken.
So kam es, das ein neues Mitglied schwören sollte, es aber nicht übers Herz brachte und davon lief. Durch die Hilfe Marias wurde er später nicht vom Hauptmann erkannt als dieser ihn aufsuchte.

Über die Verehrung ist nicht viel bekannt. Als Marienplatts wird sie im Mai und Oktober viel besucht. Noch immer kommen Menschen vorbei um bei Krankheitum Hilfe zu bitten.