grubbenvorst
info
Grubbenvorst (Noord-Limburgs: Grubbevors of Grevors) is een kerkdorp in het noorden van de Nederlandse provincie Limburg en hoort bij de gemeente Horst aan de Maas. Het is met 4790 inwoners (1 januari 2007) het op twee na grootste dorp van die gemeente, na Horst en Sevenum. Het vormde met het dorp Lottum vanaf begin 1800 tot 1 januari 2001 de gemeente
Grubbenvorst.
Grubbenvorst ist ein Kirchdorf im Norden der niederländischen Provinz Limburg und gehört zur Gemeinde Horst an de Maas. Es hat 4790 Einwohner (1.1.2007) und steht an 2. Stelle der größten Dörfer der Gemeinde nach Horst und Sevenum. Es bestand seit 1800 bis 1.1.2001 mit Lottum zu einer Gemeinde.
Slottermolen
Zur Mühie aus www.waterradmolen.nl
Molen Aan het slot
De molen behoorde mogelijk sinds de 14e eeuw bij het kasteel Grubbenvorst waarvan nog een paar resten over zijn, ‘het Gebroken Slot’ genoemd. In 1842 werd de watermolen ‘Aan het Slot’ eigendom van een koopman uit Luik, Antoine of Antoon Receveur. Hij liet in 1849 de molen afbreken en opnieuw opbouwen.
Waterraderen
Midden 19e eeuw is de molen een olie- en graanmolen en heeft twee houten waterraderen, een onderslagrad voor de oliemolen en een bovenslagrad voor de graanmolen. Aan het einde van de 19e of het begin van de 20e eeuw is de oliemolen opgeheven en kreeg de korenmolen een ijzeren middenslagrad. Dit rad is daarna overdekt met een gemetselde opbouw.
Niet lang na WOI kwam de molen stil te staan en vanaf 1936 was er een pension-restaurant in gevestigd waarvoor de molen ontmanteld werd. In 1966 werden de gebouwen tenslotte tot woonhuis omgebouwd. In het waterradhuis draait nu een onderslagrad dat enige stroom opwekt.
Mühle am Schloss
Die Mühle gehört möglicherweise seit dem 14 Jhd zum Kastel Grubbenvorst, wovon noch einige Reste vorhanden sind, das „gebrochene Schloss“ genannt. 1842 war sie Eigentum von Antoine oder Anton Receveur, ein Kaufmann aus Lüttich. Er ließ 1849 die Mühle abbrechen und neu aufbauen.
Wasserräder
In der Mitte des 19 Jhd. War die Mühle eine Öl- und Kornmühle und hatte zwei hölzerne Räder, ein unterschlägiges für Öl und ein oberschlägiges für Korn. Am Ende des 19 Jhd. und mit Beginn des 20 Jhd wurde die Ölmühle aufgegeben und die Kornmühle bekam ein eisernes Rad. Dieses mittelschlag Rad wurde durch einen gemauerten Anbau überdeckt.
Nicht lange nach dem 1. Weltkrieg wurde die Mühle stillgelegt und ab 1936 wurde sie eine Pension mit Restauration. Dazu wurde sie zurückgebaut. 1966 wurde sie schließlich zum Wohnhaus umgebaut. Im Wasserradhaus dreht sich immer noch ein Rad, das jetzt Strom erzeugt.